Objecten toevoegen


Een leeg bouwprogramma wordt getoond wanneer er nog geen objecten toegevoegd zijn (fig. 1)


Je kunt objecten toevoegen door te klikken op 'Object toevoegen'. Een panel aan de rechterkant van het scherm opent. Selecteer eerst een type uit de lijst. Deze types zijn afkomstig van vastgoed categorieën en types die gebruikt worden binnen je organisatie en kunnen beheerd worden bij Instellingen > Stamgegevens.


Na het selecteren van een type is er de mogelijkheid om een preset te kiezen. Door een preset te kiezen worden alle velden automatisch gevuld met vooraf gedefinieerde waarden. Ook worden kosten en opbrengsten automatisch gevuld die gerelateerd zijn aan de preset. Dit geeft gebruikers de mogelijkheid om een eerste schatting te maken van de financiën. Of je een preset selecteert of niet, de volgende karakteristieken worden gedefinieerd:

  • Objectnaam
  • Aantal eenheden
  • Bruto m² per eenheid
  • Vormfactor
  • Net m² per eenheid
  • Hoogte (m)
  • Bruto m³ per eenheid


Nieuwe objecten worden standaard toegevoegd aan het scenario, maar het is ook mogelijk om nieuwe objecten direct toe te voegen aan een bestaande groep.


Figuur 1: Leeg bouwprogramma


Figuur 2: Object toevoegen panel
                   



Objecten structureren


Bij het selecteren van een of meerdere objecten verschijnt er een bar met acties (fig. 3) aan de onderkant van het scherm. Afhankelijk van de selectie zijn de volgende acties mogelijk:


  • Groeperen
    Bij een selectie van meerdere individuele objecten kun je deze groeperen. Klik op 'Groeperen' en vul een groep naam in. Hernoemen van een groep is mogelijk.

  • Degroeperen
    Bij een of meerdere groep selecties kun je deze degroeperen. Alle objecten binnen deze groep(en) worden op een hoger niveau binnen de structuur geplaatst.

  • Verplaatsen naar
    Bij een selectie van een of meerdere objecten kun je deze verplaatsen naar een bestaande groep.

  • Dupliceren
    Geselecteerde objecten kunnen gedupliceerd worden en zullen geplaatst worden in dezelfde groep van het geselecteerde object.

  • Omhoog
    Verplaatst het geselecteerde object een positie omhoog binnen de groep.

  • Omlaag
    Verplaatst het geselecteerde object een positie omlaag binnen de groep.

  • Verwijderen
    Geselecteerde objecten kunnen verwijderd worden. Een bevestiging is nodig om objecten permanent te verwijderen.


Figuur 3: Action bar